Psychologische veiligheid als vangnet voor stress

Het liefst laat je jezelf zien van je leukste kant. Alleen kan werkstress roet in het eten gooien. Dan winnen emoties het soms van je verstand. Of zit je ineens te knikkebollen tijdens een overleg. Hoe kan je in deze situatie het beste handelen?

Cecile de Roos & Joriene Beks

De casus

Marianne is nog maar net gestart met de training of één van de deelnemers, een arts, begint te knikkebollen. Een paar minuten later is hij in slaap gevallen. Marianne spreekt zich uit en checkt of het goed gaat. Ze vraagt: “Ben je in slaap gevallen?” De arts schiet verschrikt wakker. “Sorry!”, zegt hij, ”Nu ben ik er weer!”. Marianne geeft terug dat de arts zich niet hoeft te verontschuldigen. Ze is daarentegen wel een beetje bezorgd. Ze vraagt: “Hoe is je energieniveau? Kun je de training bijwonen?”. De arts lijkt zich gezien te voelen en geeft aan dat hij beter naar huis kan gaan. 

Marianne vraagt vervolgens of hij met de auto naar huis moet rijden. Hij blijkt met de fiets naar huis te gaan. Kort na de training stapt een van zijn collega-artsen op Marianne af. De collega: “Weet je, tijdens onze vergaderingen valt er altijd wel iemand in slaap. We vragen eigenlijk nooit of het wel goed gaat. Laat staan of iemand nog auto moet rijden. Nu jij zijn moeheid benoemde en daarop handelde, dacht ik ineens; eigenlijk best wel vreemd en verre van zorgzaam en dat in de zorgsector!” Ze lacht een beetje en loopt weg.”

Wat is stress?

Vrijwel iedereen heeft weleens situaties meegemaakt, waarbij je het liefst zou willen ontsnappen aan de situatie. In de fysiologie is hiervoor een bepaalde term bedacht: de vlucht- of vecht reactie, ook wel acute stressrespons genoemd. Dit werd beschreven door Walter Cannon in de jaren twintig van de vorige eeuw. De Cannon-Bard-theorie beschrijft de relatie tussen de fysiologische reacties en onze emoties als reactie op stress. Als we emoties voelen, vinden tegelijktijdig allerlei fysieke reacties plaats, zoals zweten, trillen en hartkloppingen. Als dit proces langer duurt, raken we na verloop van tijd erg vermoeid en worden concentratieproblemen onvermijdelijk.

Van gezonde stress naar chronische stress

De eerste die nadrukkelijk de gevolgen van stress beschreef was de Amerikaanse neurowetenschapper Bruce S. McEwen. Hij bestudeerde de impact van stress op onze hersenen. Hij deelde stress op in drie gradaties. Naast goede stress en voorbijgaande stress introduceerde hij de schadelijke vorm: chronische stress.

McEwen ontdekte samen met andere wetenschappers dat de fysiologische systemen die door stress worden geactiveerd, ons niet alleen beschermen, maar op termijn eveneens zorgen voor beschadigingen. Tot op heden zijn onderzoekers nieuwsgierig naar hoe dit precies werkt. Nog steeds ontdekken zij nieuwe effecten van stress. Daarbij gaat het steeds over het vermogen van ons lijf om stabiliteit te bereiken ondanks allerlei verandering in de omgeving.

Wat als stress langer duurt?

Wanneer de stress langer duurt, heeft je lichaam geen andere keuze dan hetzelfde (oeroude) stresssysteem in te zetten als bij acute stress. Dan blijft je lichaam de hele dag cortisol produceren. Terwijl normaal gesproken de productie gedurende de dag afneemt. Dit heeft een prijs als je tussendoor niet toekomt aan herstel.

Wanneer je vervolgens te lang doorgaat, ontwikkel je in eerste instantie vage klachten. Je wordt vergeetachtig, ervaart concentratieproblemen of je hoofdpijn speelt weer op. Vaak zeggen we dan dat we stress hebben, maar in werkelijkheid is de stressreactie al langere tijd aan de gang. Dan kan het zomaar gebeuren dat je snel geïrriteerd bent of door chronische vermoeidheid knikkebollend in een training zit.

Dit zorgt voor ongemakkelijke situaties en niet iedereen durft hier open over te zijn.

Psychologische veiligheid

Het bespreekbaar maken van een ongemak bij jezelf of anderen is lastig. Het goede nieuws is dat je niet de enige bent. In het boek, de onbevreesde organisatie, van Harvard Professor Amy Edmondson, is het ‘open durven’ zijn een thema op zich.

Edmondson kwam voor het eerst op het concept terecht toen ze onderzoek deed voor haar doctoraat. Ze was begonnen met het bestuderen van de relatie tussen het maken van fouten en teamwork in ziekenhuizen, in de verwachting dat effectievere teams minder fouten maakten. Maar wat ze ontdekte was dat de teams die beter teamwork rapporteerden, meer fouten leken te ervaren. Toen ze in de gegevens dook, begon ze te vermoeden dat betere teams misschien meer bereid waren om hun fouten te melden – omdat ze zich veilig voelden om dat te doen – en voerde ze vervolgonderzoek uit om die hypothese te verkennen. Dit staat bekend als ‘psychologische veiligheid’.

Psychologische veiligheid van het team is een gedeelde overtuiging van leden van een team dat het oké is om risico’s te nemen, hun ideeën en zorgen te uiten, vragen te stellen en fouten toe te geven – allemaal zonder angst voor negatieve gevolgen. 

Zoals Harvard professor Amy Edmondson het zegt: “het is een gevoel van toestemming voor openhartigheid.”

De driepoot, een wankel evenwicht

Voor het bouwen van psychologische veiligheid zijn drie elementen belangrijk: vertrouwen, vrijmoedigheid en verschil willen maken. Het gaat om het samenspel tussen die elementen, zoals je voor het bakken van een taart, eieren, boter en meel, nodig hebt.

Vertrouwen bouw je door aandacht voor elkaar en ook door heldere kaders te scheppen. Vrijmoedigheid is de vrijheid die je voelt en krijgt om jezelf uit te spreken. Dit wordt gestimuleerd door openhartig en respectvol met elkaar om te gaan. Tot slot kan iedereen veelbelovende ideeën aandragen, zodat je als team het verschil kunt maken.

Alle drie de poten zijn even belangrijk, wordt de één korter of langer door stresssituaties dan gaat het krukje wiebelen. Psychologische veiligheid en stress staan zodoende steeds in verbinding met elkaar.

Het onbespreekbare bespreekbaar maken

Openhartigheid vraagt wat van de werkcultuur. Is het normaal om te bespreken dat het werk te veel druk op je legt? Of is dat onbespreekbaar? Mag jij het te druk hebben als het voor een ander nog niet te druk is? Door het bespreekbaar maken van het onbespreekbare maak je van een drempel een glijbaan tussen individu, team en organisatie:

  • Individu

Een belangrijke basisbehoefte van een mens is verbinding. 

In stresssituaties is dit een extra uitdaging. Wanneer je bepaald gedrag benoemd van anderen, zoals in het voorbeeld van de arts, biedt je hulp. Daarmee stimuleer je het ‘caravan principe’.  Het ‘caravan principe’ stelt dat hulpbronnen niet op zichzelf staan, maar dat deze samenhangen met het krijgen van steun. Zodra jij degene bent die de ander ruimte geeft versterkt dit vervolgens het veiligheidsgedrag van anderen. Ben jij de knikkenboller of sta je onder stress? Gun jezelf de ruimte die je nodig hebt. Zodra anderen je een handreiking bieden, grijp deze dan met beide handen aan.

  • Team

Psychologische veiligheid is een fenomeen op groepsniveau – het vormt het leergedrag van de groep en beïnvloedt op zijn beurt de teamprestaties en die van de organisatie. Een krachtige werkvorm om balans te ontwikkelen tussen vertrouwen, het verschil maken en vrijmoedigheid is, door voor- en na vergaderingen 5 tot 10 minuten, tijd te reserveren voor een in- en uitcheck moment.

  • Organisatie

Het concept van psychologische veiligheid moet gedragen worden door de hele organisatie. Ook buiten je team kun je te maken krijgen met interacties die leiden tot stress. Als de meerderheid vindt dat gevoel niet past op de werkvloer, wordt het uiten van je emoties lastig. De leiders kunnen het verschil maken door ruimte te bieden voor bijvoorbeeld het maken van fouten. Het voordeel is dat hierdoor eveneens een leerklimaat ontstaat.

Psychologische veiligheid start bij jou

Marianne gaf de arts tijdens de training de ruimte door het onbespreekbare gedrag (knikkebollen) te benoemen. Zodoende was de arts in staat om een andere keuze te maken. Deze zorgzaamheid is niet alleen gekoppeld aan een trainer of leider.

Iedereen kan een ongemakkelijke situatie omzetten door bepaald gedrag te benoemen. Voel je jezelf hier nog onzeker bij? Dan kun je de drempel makkelijk wegnemen door bij jezelf te checken of je intentie erop gericht is om de ander te helpen. Daarmee zorg je net voor dat ene belangrijke verschil.

Bronnen
Deel dit bericht
Facebook
Twitter
LinkedIn